Het was wel lef van Mathijs Bouman gistermiddag toen hij live voor Nederlandse televisie zijn Oudejaarslot in de fik stak. Het was zijn manier om de Nederlanders een lesje te leren in kans berekenen. De kans dat jij de loterij wint is namelijk nul. Niet helemaal. Maar afgerond nul. De kans dat ie valt? Honderd procent! De kans dat jij vannacht een miljoenengat in de lucht springt? Nul dus. Reden voor Mathijs om zijn lootje te verbranden. “Met kansberekening zijn we zo dom als een aap”, aldus de gerespecteerde econoom van RTL Z.
In diezelfde wijsheid was dat de kans dat ik, 31 december 2014, binnen datzelfde jaar geconstateerd zou worden met kanker, nul. Natuurlijk er was wel een kans, maar afgerond? Nul. Totaal afwezig. Als het puur gaat om lymfklierkanker, was mijn kankerkans zelfs kleiner dan de winkans van Mathijs lootje. Ja, natuurlijker zouden in 2015 minstens 300 mensen geconstateerd worden met lymfklierkanker, honderd procent, maar de kans dat ik dat zou krijgen? Nul.
31 december 2014 had ik lymfklierkanker. Ik wist het nog niet, maar ik had het wel. Wat als ik toen niet Mathijs’ lootje, maar mijn chemokuur in mijn handen zou hebben? Met hetzelfde rationele denken. Noemen we het niet droomdenken, maar doemdenken. Ik weet niet of ik dan net zo enthousiast de Nederlanders een grof lesje kans berekenen had gegeven als Mathijs.
Kanker vergelijken met een Oudejaarslot gaat misschien wat ver, maar ik wil het opnemen voor het droomdenken. In het filmpje maakt de econoom gehakt van dat “magisch denken”. Maar dat is toch de reden dat we meedoen? We weten allemaal dat we niet winnen, maar elke Kerst komt de discussie op tafel wat we zouden doen met die dertig miljoen. Door héél Nederland. Dat is toch fantastisch. Dat dromen alleen al maakt toch gelukkig? En ook dat zaniken achteraf. Dat we met een giga-kater – ergens begin januari -mokkend de Primera in mógen lopen voor een verkrukkeld vijfje. Waarschijnlijk ook nog om het in te wisselen voor een pakje Marlborro, omdat de goede voornemens wederom een glorieloze dood zijn gestorven.
Sorry Mathijs Bouman – want ik mag je altijd graag bij De Wereld Draait Door – maar lazer even op met je kansen. Teveel in deze wereld is gebaseerd op kansen, cijfertjes, prognoses, voorspellingen, procenten en de mensen die daar gebruik van maken. Als we in 2016 jouw kansberekening los laten op alle dromen, op alle toekomst, op alle liefde, dan sterven goede mensen echt uit. Hoe ik dat weet? Dat weet ik gewoon. Excuus. Ik heb daar geen cijfers van.
Voor mij was 2015 het meest onvoorspelbare jaar van mijn leven en ook ik eindig dit jaar met champagneglas in de ene, en staatslot in de andere hand. Hoe kan ik daar niet een beetje om huilen?
Als je mij eind mei had verteld dat ik 2016 gezond en wel zou inluiden met een bosje haar op mijn pan, had ik je als droomdenker bestempeld.
Ik wens iedereen een ontzettend gezond, gelukkig en totaal onvoorspelbaar goed 2016! En mocht je nou écht die Jackpot zo graag willen hebben. De truc is: koop volgend jaar 4,2 miljoen van die lootjes, ik wens je er veel plezier mee… Je zult zien dat ie op een half lot valt.
Hier nog één keertje Mathijs. Schrijf jij z’n lotnummer op?