“Hallo ik ben Joris, ik kom mijzelf aftrekken!”

Spannend was het eigenlijk niet meer; de controle bij mijn oncoloog, afgelopen donderdag. Ik mag het zeggen; ik ben twee jaar op rij, helemaal kankervrij!
Maar ik kwam voor wat anders. Ik wilde namelijk weten – en dit is beschamend – of ik nog – en dit moest ik hardop zeggen – vruchtbaar ben. Onvruchtbaarheid is namelijk een van de potentiële bijwerkingen van mijn chemokuur.

Ik maakte niet zo lang geleden een beetje klakkeloos de opmerking dat de kans aanwezig is dat m’n zwemmertjes het niet meer doen.
“Oh echt? Nou, daar merkte ik anders helemaal niets van gisteravond hoor!” (Bedenk knipoog er zelf maar bij.)
“Ja, schat, dat is heel leuk voor jou, heel leuk voor mij, maar dat is niet hoe vruchtbaarheid werkt!”

Ik ben nu een paar jaar verder en ik wil wel eens weten hoe het zit… En dat brengt mij terug naar het gênantste moment van mijn leven. Ik heb geleerd dat je pas met je schaamte kan leven, als je er over kan vertellen. Dus dat ga ik nu doen.

We zijn in Leiden, 2015. Mijn diagnose was nog geen 48-uur oud. Mijn eerste chemo zou beginnen na het Pinksterweekend. Vóór mijn chemokuur werd ik geadviseerd een aantal zwemmers te laten invriezen. Dus ik naar het LUMC; formulieren invullen, praatje maken, nóg drie fucking ziekenhuismedewerkers vertellen dat je ziek ben, terwijl ik daar zelf geen moment aan heb kunnen wennen.
“Oh, ja, wat erg. Maar zaadjes invriezen is echt belangrijk hoor, je weet maar nooit! Misschien voor later. Gezinnetje…  Kinderen… Fijn toch?”
Dit kersvers kankerpatiëntje was al lang blij als hij zijn eerste kuur zou overleven, maar in Leiden werden mijn matige ambities op de lange termijn even goed ingewreven. En bedankt, groetjes thuis!
En zo stond ik met potje in de hand, plaatjes op de boekenplank en videobanden in het tv-meubel in ‘ontspanningsruimte 4.3’.
Waar zal ik gaan zitten?
Ik mocht m’n tijd nemen… Ten minste, dat zei zo’n beetje iedereen op die verdieping. En mocht het nou écht, écht, écht, écht, écht niet lukken, dan had ik het potje mee naar huis mogen nemen, als hij maar goed gevuld en voor vijf uur op hun bureau lag. Het was inmiddels half vier; dat was nooit meer gelukt. Maar geen druk hoor!
Godzijdank ben ik gezegend met mooie erotische herinneringen dus stond Joris snel weer buiten.
“Nou paps, rij mij maar weer naar Haarlem!”

Gênant man.

Nu – 2,5 jaar later-  mag ik weer! Kijken of dat circus van toen wel echt noodzakelijk was voor eventuele voortplanting. Ik heb een afspraak op Valentijnsdag, heel symbolisch. Ik sta te springen. Hopelijk is ‘ontspanningsruimte 4.3’ nog niet gereserveerd.
Maar nu jullie dit weten durf ik met opgeheven hoofd naar binnen. Ja, ik ga goed slapen, ja, ik ga goed eten en ja ik houd mij in, in aanloop naar die dag. En ja, er zal zeker ‘Eye of the Tiger’ gedraaid worden onderweg.

“Heb je zo’n driftige kinderwens dan?” vroeg mijn oncoloog donderdag.
“Nee nog niet, maar als die er komt wil ik geen beroep hoeven doen op een biologisch vriesvak in Leiden. Ik bedoel ingevroren groente is toch van veel slechtere kwaliteit dan vers geplukt?”
Even was het stil. “Dat is echt niet hoe dit werkt, maar ik zal ze laten weten dat je eraan komt.”
“Dankjewel, ik ga m’n best doen!”
“Dat geloof ik Joris, dat geloof ik.”

 

Een gedachte over ““Hallo ik ben Joris, ik kom mijzelf aftrekken!”

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s